vrijdag 22 oktober 2010

Boeken


Tijdens een winkelmiddagje moet ik altijd even bij De Slegte kijken en laatst vond ik er dit (tweedehands) boek: Katoendruk in Nederland.
Ontzettend interessant, wisten jullie dit bijvoorbeeld:






  • Rond 1675 begon men op verschillende plaatsen in Europa katoen te bedrukken op zoals men dat noemde, de Indische of Oostindische manier, dat wil zegen met een was- en kleurecht resultaaat.

  • Hoewel er ook elders in Holland in deze beginperiode fabriekjes en ateliers ontstonden, was Amsterdam het onbetwiste centrum met drukkerijen langs de rivier de Amstel, de Overtoomse Vaart en de rivier de Schinkel.

  • Er werd overal in Europa geëxperimenteerd met dit nieuwe procedé, maar tot een groot aantal bloeiende ondernemingen kwam het vóór 1750 slechts in Amsterdam en omstreken. Schatting is dat er omstreeks 1750 80 katoendrukkerijen in bedrijf waren.

  • Voor die aanwas zijn verschillende redenen, waaronder economische expansie waardoor kapitaal in ruime mate aanwezig was om te investeren. En daarnaast was de VOC in staat grote aantallen effen katoenen doeken te importeren waarop gedrukt kon worden zodat het niet nodig was om een infrastructuur van katoenweverijen op te zetten.

  • Voor de twee belangrijkste verfstoffen golden geen aanvoerproblemen. Indigo, grondstof voor blauw, werd in die tijd hoofdzakelijk uit Noordwest-India door de VOC geïmporteerd en in Amsterdam verhandeld. Meekrap, basis voor het rood, werd in eigen land, voornamelijk op de Zeeuwse eilanden verbouwd.

  • Bovendien was er in Nederland geen sprake van een belangrijke wol-, linnen- of zijdenijverheid die de plaatselijke regering kon dwingen tot het nemen van protectionistische maatregelen tegen de import van katoen. De eens zo omvangrijke lakennijverheid in Leiden was in die tijd al zo zeer op haar retour dat ze geen machtsfactor meer vormde. Dit in tegenstelling tot bijv. Engeland en Frankrijk, die dit overigens later (midden 18e eeuw) alsnog inhaalden.

  • Rond 1800 was het afgelopen met de katoendruk hier te lande. In 1820 werd de laatste nog bestaande fabriek in Amsterdam verkocht. Pas na de afscheiding van België herleefde de katoenindustrie, echter niet meer in Amsterdam, maar in Haarlem en Leiden en wat later in Noord-Brabant en Twente.

Ikzelf heb vier jaar lessen gevolgd op een(textieltechnische) hogeschool in Enschede die langdurig aan de textielindustrie verbonden was geweest terwijl ik woonde in een voormalige textielfabriek (Jannink) in Enschede. Het blijft me interesseren, de textielindustrie, en ik lees het boek dan ook met veel plezier!


Daarnaast nog een hele actuele vondst bij De Slechte, The Quilters Catalog, a comprehensive Resource Guide. Ik heb nog nooit zo´n compleet boek gezien waarin zelfs ´teachers´ besproken worden, websites, tricks en treats. En kostte nieuw nog geen 8 euro. Een aanrader!

3 opmerkingen:

Margeeth zei

Volgens mij ben jij in Utrecht geweest, dat laatste boek komt me in ieder geval erg bekend voor, ze hadden er eerst drie (en toen ik geweest was nog twee).

Suus zei

Dat zijn mooie boeken, en heerlijk om te lezen.

marjolijn zei

je hebt weer mooie vondsten gedaan!